Eccellenza & grote dromen
Rudy Maes en Eccellenza zijn twee handen op 1 buik. De goesting om te ondernemen en mensen in de watten te leggen is nog lang niet gestild. Gesterkt door zijn gemotiveerd team & meewerkende kinderen timmert Rudy naarstig verder aan de weg.
De eerste zaak: rozengeur en maneschijn?
Maes: “Ik amuseerde me alleszins in wat ik deed. Zelfstandig zijn en mijn ding kunnen doen, dat waren mijn prioriteiten op professioneel vlak. Eenvoudig was het evenwel niet. Ik was jong getrouwd, had een zoon en werkte in de Colruyt. Het restaurant was open in het weekend. Ik draaide weken van gemiddeld 100 uur. Intensief, maar ik had het er voor over om mijn dromen na te streven.”
Bleef het bij dat éné restaurantje.
Maes: “Het kleine restaurant groeide en ik zag opportuniteiten. Tegen de stroom inzwemmen en risico’s nemen om te groeien vormden toen al de rode draad in mijn leven. Om de tweede zaak te openen, zetten we Chaplin letterlijk op het spel. Dat is bij elke grote sprong zo geweest. Ik heb er nooit voor gekozen om reserves aan te leggen, wel om de winst terug te investeren. Ik opende een tweede restaurant. Dat was misschien wel de moeilijkste sprong, zowel organisatorisch als voor de vaste klanten, die me niet altijd meer zagen in de zaak. Daarna volgden de andere relatief snel.”
Eccellenza buiten de landsgrenzen aan de slag.
Maes: “Vreemd om te zeggen van wat uitgegroeid is tot een volwaardig vakantieresort, maar eigenlijk is ons project in Thailand er vrij toevallig gekomen. Samen met mijn vrouw ging ik vaak op reis naar Thailand. We kochten er, met een bevriend koppel, een villaatje. Maar ik heb geen zittend gat, dus wilde daar graag ook iets om handen hebben. We kochten een stuk grond om iets op te ontwikkelen. Toen werd onze dochter geboren. Zowel zij als ikzelf hadden in die periode serieuze gezondheidsproblemen. We hadden onze plannen in Thailand al opgeborgen, maar gelukkig kwamen we er allebei goed door. Een deel van de grond hadden we verkocht, met het resterend perceel pikten we de draad weer op. In plaats van huisjes beslisten we er appartementen te bouwen. We begonnen voorzichtig met één blok van 50 wooneenheden. De voorverkoop liep zo goed, dat we meteen alle zes de blokken groen licht gaven.”

Dat klinkt als een echt succesverhaal?
Maes: “Pas op, die weg zat ook vol putten en pittige kronkels, hoor. Het was een hobbelig parcours. Een beetje een symbool voor de hele geschiedenis van Eccellenza, ons overkoepelend bedrijf. Toen we volop begonnen waren met het bouwen in Thailand werd in Oekraïne een vliegtuig neergehaald, kelderde de roebel en kwamen onze Russische kopers in financiële moeilijkheden. Het zit niet in onze aard om bij de pakken te blijven zitten. We zochten samen naar oplossingen. We bouwden als het ware met de rem op, zodat de voorschotten aan een trager tempo kwamen en uiteindelijk haakte bijna niemand af.”
Hoe ziet de toekomst dan uit?
Maes: “We hebben er alleszins veel zin in. Als een echte kapitein moet ik ons schip nu even door onrustige wateren leiden. Niet altijd een dankbare job. Het is een lastige periode voor onszelf, maar vooral ook voor onze medewerkers. Sommige werken al 20, 25 jaar bij ons. Zij zijn ondertussen ook familie geworden. We hebben onszelf moeten heruitvinden. Niet om winst te draaien, maar om hen aan het werk en gemotiveerd te houden. Zodat we, eens dit allemaal achter de rug is, met nog meer goesting en vol nieuwe ideeën terug aan de slag kunnen. Voor de komende jaren en veel langer. Want met mijn oudste dochter Laurence in de zaak in Pittem en mijn zoon Alexis in Sint-Eloois-Winkel is de toekomst van ons familiebedrijf verzekerd. Marie-Julie, de jongste, is ook een ondernemertje in wording en ging, tot voor Corona, elke zondag met mij mee ‘op toer’. Ik ben een trotse ondernemer en bovenal een fiere vader.”
